Anatomie en histologie
msra(2009)
摘要
De lever, het grootste vaste orgaan van het lichaam, is uniek in zijn structuur en zijn merkwaardige functies. Als een metabolisch
centrum ligt de lever tussen het spijsverteringskanaal en de rest van het lichaam. Dit verklaart de noodzaak van een dubbele
bloedvoorziening, via de vena portae en de arteria hepatica. Deze aanvoerwegen importeren een enorme variëteit aan endo- en
xenobiotica, inclusief voedingsstoffen (aminozuren, koolhydraten, lipiden en vitamines) maar ook toxische agentia uit het
maag-darmstelsel. De lever zorgt voor de metabole conversie, eventuele opslag en uitscheiding naar het bloed of de gal. Even
belangrijk is de hepatische biotransformatie van hydrofobe stoffen in wateroplosbare derivaten die elimineerbaar zijn via
urine en gal. De lever produceert aldus inwendige (metabole, soms endocriene) en tegelijkertijd ook uitwendige secreties (gal),
zodat hij tegelijk als een metabole (endocriene) en exocriene klier te beschrijven is. Bovendien is dit orgaan ingeschakeld
in het complexe verdedigingssysteem van het lichaam tegen vreemde macromoleculen en partikels zoals bacteriën.
更多查看译文
AI 理解论文
溯源树
样例
生成溯源树,研究论文发展脉络
Chat Paper
正在生成论文摘要